zondag 13 december 2009

Les 4, opdracht 1.

Opdracht 1.

Stel, je wilt een studie gaan doen na je middelbare school. Maar welke, waar, aan wat voor instelling, ....? Dit is een goed voorbeeld van een keuze met vergaande gevolgen.
(A) Geef drie verschillende bronnen die je zou raadplegen bij het maken van die keuze. Vermeld bij elke in 1-2 regels waarom.

- Decanennet. Hier kan je een afspraak maken om met een decaan te praten, die kan je dan helpen met een studie uitkiezen. Ook staan er verschillende studies op.
- Een universiteit bezoeken. Die geeft informatie over verschillende studies en bij het kiezen van een universiteit/stad.
- Je mentor raad plegen. Die weet waar je goed in bent en waar je interesses liggen en weet meestal ook wat af van studies.

(B) Stel dat je al weet wat je wilt gaan studeren. Dan nog zijn er vast een hoop plekken waar dat kan. Allemaal willen ze je graag hebben en bedelven je onder informatie.
1. Hoe ga je met die berg informatie om?

Een hulp bron raad plegen, naar zo veel mogelijk universiteiten kijken zodat je weet wat je het leukste vind. Op een site kijken die informatie geeft over alle universiteiten. Vragen aan mensen die daar studeren.

2. Bedenk een soort computer/internet programma wat je hierbij zou kunnen helpen. Dit kan een (aanpassing van een) bestaand programma zijn of je kan zelf iets bedenken. Beschrijf nu wat jij doet met dat programma en hoe het programma je dan helpt. (Voorbeeld: beschrijving van http://www.ns.nl/ is iets als: je wilt weten wanneer er treinen gaan van A naar B; je vult beide stations in, en een datum, en het programma geeft een overzicht van de treinen en tijden die gaan tussen A en B).

Een site waarin je, je studiekeuze kan invullen. Hij geeft dan aan waar je die studie kan volgen. En hij verwijst naar de sites van die universiteiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten